Wonen met een Trefpunt geeft veel vrijheid
Een vrolijke vrouw komt mij tegemoet bij de ingang van de Kloosterkade. Het kantoor van de begeleiders is daar ook. Renee gaat mij voor in de gang en we lopen weer naar buiten. We komen in een binnentuin versierd met oranje vlaggetjes. Aan het eind van de tuin is haar appartement.
Hoe ben je terecht gekomen bij Ipse de Bruggen?
Renee is vierendertig en woont sinds Pasen in het appartement. Ze woont tien jaar bij Ipse de Bruggen en is in die jaren vier keer verhuisd. Haar zusje woonde al langer bij Ipse de Bruggen. Via haar heeft Renee ook een woonruimte gevonden. “De corona was voorbij, ik werd gebeld met de vraag ‘wil je hier komen wonen?’ en toen zei ik is goed.” Ze woont voor het eerst zelfstandig in appartement op de Kloosterkade waar ook een plek is waar ze anderen kan ontmoeten.
Wonen in een vriendelijke buurt
In het appartement heeft Renee alles zelf. Een eigen douche, een eigen keuken en een eigen wasmachine. Er wonen hier nog drieëntwintig anderen. Er is weleens ruzie. “Maar dat hoort erbij als je met zoveel samenwoont in één gebouw” zegt Renee schouderophalend. Ze is positief over de vriendelijke buurt rond het gebouw.
Ik heb hier veel vrijheid op de plek waar ik woon
Met haar buurvrouw speelt ze regelmatig Skipbo en ze voetbalt in het G5-team in de buurt. Verder geen andere sporten voor Renee. “Ik voetbal drie keer in de week, ik vind het wel even zat.” Met vrienden gaat ze weleens bowlen of bij elkaar thuis spelletjes spelen. Het mooie van hier wonen vindt Renee dat ze hier haar vrijheid heeft. “Ik kan doen en laten wat ik wil. Op een bepaalde hoogte dan. Ik moet mij alleen afmelden en doorgeven als ik slapers krijg. Dan weten de begeleiders of ze bij brand één of meerdere mensen moeten redden.”
Ik kan altijd terecht bij de begeleiders bij het steunpunt
“Als ik iets niet weet, als ik een brief binnen krijg die ik niet begrijp, dan kan ik de begeleiders om hulp vragen.” Ze wijst naast zich en zegt “Natuurlijk vind ik deze begeleider aardig, anders zou ik nu niet met haar gaan lunchen.” Tijdens de rondleiding laat ze het knusse steunpunt zien. Ze kookt daar drie keer per week. “Nee, niet voor alle drieëntwintig, ze eten niet allemaal mee, maximaal dertien man.” Ze vindt koken echt leuk om te doen. “Ik ben dan lekker bezig.” Ze heeft drie specialiteiten: Spitskool kerrie, spinazietaart en koude pastasalade.
Renee heeft PDD-NOS in een lichte vorm. “Ik merk daar wat van als iemand in mijn huis gaat opruimen of dingen gaan veranderen, daar kan ik niet goed tegen.” Begeleiders zien aan het gezicht van Renee dat ze dan een ‘error’ krijgt. Ze heeft voor zichzelf nog niet een positieve eigenschap van autisme gevonden maar is blij dat ze bij de Kloosterkade haar precies zo behandelen als andere mensen. “Het leven maakt het mooi doordat je mag zijn wie je bent.