Houdbare complexe gehandicaptenzorg: ‘Naast kostendekkende tarieven is er een efficiëntieslag nodig’
Altijd meer mogelijk. Dat was jarenlang het adagium van Ipse de Bruggen. Maar met steeds meer VG7-cliënten, personeelstekorten en een vastgoedopgave van 350 miljoen euro is het tijd voor herbezinning. Dat vertellen bestuurders Angélique Koevoets en Hanno Brandsema in hun honderd dagen analyse.
Angélique Koevoets startte haar loopbaan in de gehandicaptenzorg bij S&L Zorg. Daarna bekleedde zij verschillende directie- en managementfuncties in de forensische- en justitiële jeugdzorg bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Medio 2020 trad ze aan als bestuursvoorzitter van gehandicaptenzorgorganisatie Zuidwester. Op 1 augustus 2024 maakte ze de overstap naar Ipse de Bruggen als bestuursvoorzitter. Hanno Brandsema begon zijn carrière als bedrijfstrainer en consultant. Daarna vervulde hij verschillende managementfuncties in het bedrijfsleven. Sinds 2016 werkt Brandsema bij Ipse de Bruggen, waarvan de laatste zeven jaar als directeur services. Sinds 1 mei dit jaar is hij bestuurder van de organisatie.
Jullie zijn kort na elkaar als bestuurder aangetreden. Waarom maakten jullie deze overstap?
Koevoets: “Naast gehandicaptenzorg biedt Ipse de Bruggen forensische zorg en kind- en jeugdzorg. Zelf heb ik als activiteitenbegeleider in de gehandicaptenzorg gewerkt en als groepsleider in de justitiële jeugdinrichting. Daarnaast heb ik een broer met een ernstige meervoudige beperking en moeilijk verstaanbaar gedrag. Vanuit dat kind- en verwantenperspectief en als medewerker ervaarde ik het belang van een waardevol leven voor mensen met een handicap. Verder verricht Ipse de Bruggen wetenschappelijk onderzoek, levert het veel complexe zorg en is het qua schaalgrootte groot genoeg om aan landelijke tafels mee te praten. Bij Ipse de Bruggen komt alles voor mij samen.” Brandsema: “In het bedrijfsleven ligt de focus op meerwaarde creëren voor aandeelhouders. In de gehandicaptenzorg lever ik een betekenisvolle bijdrage aan de meest kwetsbaren van de samenleving. Bij Ipse de Bruggen heb ik meegemaakt hoe belangrijk de dynamiek tussen cliënten, medewerkers, verwanten en het netwerk is. Bovendien zijn er met de personeelstekorten en het betaalbaar en toegankelijk houden van complexe zorg genoeg bestuurlijke uitdagingen.”
Jullie volgen Andrea van Steensel en Jan van Hoek op. Welke bestuurlijke opdracht kregen jullie mee?
Brandsema: “Andrea en Jan hebben een financieel gezonde organisatie overgedragen. De raad van toezicht gaf daarom de opdracht om verder te bouwen aan de continuïteit, kwaliteit en betaalbaarheid van zorg. Om daarop voort te borduren, zetten wij als duo niet in op rolverdeling, maar op
rolversterking.” Koevoets: “Gezien onze achtergronden richt ik mij meer op de zorginhoud en Hanno zich op de bedrijfsvoering. Maar we willen voorkomen dat zorg en bedrijfsvoering twee eilanden zijn waarbij we vanuit onze eigen belangen spreken. De opdracht was daarom zowel intern als extern elkaars rollen te versterken. Alleen als dat in balans is, kunnen we de zorg in de keten toekomstbestendig vormgeven.”
Hoe ziet jullie honderd dagen analyse eruit?
Koevoets: “De ondertitel van Ipse de Bruggen luidt: ‘altijd meer mogelijk’. Hanno en ik presenteerden in onze honderd dagen analyse dat de huidige context noodzaakt tot herbezinning. Er is niet altijd meer mogelijk. Als Ipse de Bruggen bekend wil blijven staan om haar complexe zorg, dan moeten we de zorg met de ggz en de ouderenzorg vormgeven. Ondanks de diverse samenwerkingsverbanden hebben we daarin nog veel te doen. We organiseren en handelen te veel vanuit onze eigen kokers, terwijl we vanwege de uitdagingen en grote overlap sectoroverstijgend moeten samenwerken. Vanuit de regierol van de zorgkantoren en bij de VG-aanbieders zelf ligt bovendien een opgave om de crisiszorg toegankelijk en betaalbaar te houden. Door voldoende plaatsen te realiseren voor bijvoorbeeld crisiszorg en beschikbare plaatsen te hebben die zorg weer afschaalt, raakt het systeem niet verstopt.”
Brandsema: “Informele zorg is een ander belangrijk aandachtspunt. Momenteel onderzoeken we met zorgprofessionals wat zij kunnen en wat het netwerk en vrijwilligers kunnen doen. Een ander belangrijk vraagstuk is de flexibilisering van de arbeidsmarkt en het afschaffen van het handhavingsmoratorium. Om medewerkers langere diensten achter elkaar te laten werken, beslechten we de schotten tussen wonen en dagbesteding. En we zien verbeterkansen voor de complexe zorg.”
Veel organisaties worstelen met de tarieven voor complexe zorg. Welk effect heeft dat op de financiële situatie?
Koevoets: “Ipse de Bruggen staat erom bekend nooit nee te zeggen. Zeker niet tegen de complexe doelgroep. De laatste jaren heeft er daardoor een verschuiving van de cliëntmix plaatsgevonden: het leeuwendeel betreft VG7+-zorg. Daardoor is de zorgexploitatie niet sluitend. Zeker niet in combinatie met de grote hoeveelheid zzp’ers die voor deze doelgroep wordt ingezet. We zien de beweging dat organisaties deze zorg stoppen of afschalen. Ook wij zijn genoodzaakt kritisch naar onze cliëntmix te kijken. Dankzij onze financieel gezonde situatie hoeven we deze groep nog niet te weigeren of af te bouwen. Tegelijkertijd is de financiering niet houdbaar en zijn we met de zorgkantoren in gesprek over kostendekkende tarieven.”
Brandsema: “Daarnaast ligt er een opdracht om efficiënter te worden. Denk aan de inzet van innovaties in de zorg en slimme technologieën om de administratieve lasten te verminderen. Momenteel maken we inzichtelijk aan welke knoppen we intern kunnen draaien en wat de kostprijs van hoogcomplexe zorg is.”
Hoe ziet de bestuurlijke agenda eruit?
Brandsema: “De komende jaren investeren we 350 miljoen euro in de verduurzaming en modernisering van ons vastgoed. Daarnaast willen we stappen zetten met de CSRD, afvalscheiding en duurzame vervoersbewegingen. Het mooie aan de gehandicaptenzorg is dat we cliënten en medewerkers daar actief bij kunnen betrekken. Een andere puzzel is personeel. Het gezond en vitaal houden van medewerkers en samenwerking met de sector daarvoor staat hoog op de bestuurlijke agenda.”
Koevoets: “De betaalbaarheid en vormgeving van complexe zorg blijft ook een groot thema. Volgend jaar actualiseren we verder ons manifest en herijken we onze besturingsfilosofie. Daarin komt de medewerker op een gedeelde eerste plaats met de cliënt te staan. Ook kijken we kritisch naar zelforganisatie en rollen we het positief leef- en werkklimaat uit naar de hele organisatie. Voor onze kind en jeugdtak zijn we met 34 gemeenten in gesprek om de grote diversiteit aan inkoopvoorwaarden en verantwoordingseisen te vereenvoudigen. Tot slot staat de samenwerking met de ggz en vvt hoog op de bestuurlijke agenda. We participeren met de ggz al in diverse samenwerkingsverbanden. Van ambulanteprogramma’s zoals Beter Thuis en Beschermd Wonen+ tot de Borg. Voor de complexe doelgroep moet de samenwerking verder uitgewerkt worden en meer samenhang gezocht worden met de ouderenzorg.”
Tekst: Laura van Elst
Bron: Zorgvisie